Wat heb ik vaak aan Nederland gedacht als het in Thailand 40 graden was en het zweet in straaltjes over mijn rug liep.
Hoe de lente ruikt, het pas gemaaide gras, de frisse ochtendlucht die vol verlangen de dag aankondigt. De merels en mussen die al kwetterend hun nestjes bouwen en in de vroege morgentuin hun plaatsje vinden. Ik zuchtte dan wel eens en verlangde naar Nederland terug. In Nederland wist ik tenminste waar de juiste winkel was, wat je van een schooljuf kan vragen en kon ik mijn moeder altijd bellen voor advies.

Asociale fietsers en je eigen broodtrommeltje mee

Ik idealiseerde Nederland misschien een heel klein beetje. Toen ik eenmaal in het voorjaar in Nederland was rook ik de lente en zag ik de vogels, maar irriteerde ik mij vooral die asociale fietsers die mijn kleine kinderen bijna van de sokken reden.
Dan streste ik in de vroege morgen om op tijd iedereens boterhammen te smeren en door de regen naar school te fietsen om daar precies in het hele korte tijdsbestek, niet te vroeg en niet te laat, mijn kinderen te droppen. Dan fietste ik terug, dronk koffie en kon alweer naar school.

In Thailand, daar was ik pas echt een Nederlander

In Thailand, ja daar was ik een Nederlander. Daar vonden ze mij direct en open, de kinderen prachtig met hun blonde haren en blauwe ogen. Ze genoten van mijn echte Hollandse appeltaart en als ik kaas of stroopwafels meebracht maakte ik vrienden. We vierden Sinterklaas en keken zelfs het sinterklaasjournaal (met Dieuwertje Blok).

Maar in Nederland voelde ik me heel erg indirect (vergeleken bij de buurman die altijd klaagde over mijn lawaaiige kinderen). Ik voelde me niet meer bijzonder, want niemand vond mijn kinderen vreselijk schattig. En ik voelde me buitengesloten want ik begreep niet waarom mensen ze zich zo druk maakten over carrière, kleding en het perfecte huis.

Van repat naar Nederlander

Toch bleek mijn Nederlandse bloed er nog te zijn en na twee jaar wennen voel ik mij grotendeels weer Nederlander. Misschien met een andere kijk op de samenleving en met wat minder gevoel voor een gepland leven, maar dat zie ik nu als een sterke kant.

Daarom wil ik de verhalen vertellen van anderen, horen wat zij denken van Wilders, kaaskoppen, Marokkanen met bontkragen en hoge kerk- en moskeemuren. Want reizen maakt je anders en dat voel je soms tot in je tenen.

 

Fotografie: Jaap Hoekzema